lezen | leestip

Het verborgen leven van bomen

Peter Wohlleben

genre
non-fictie

uitgeverij
Lev.

verschenen
2016/2018 (geïll.)

doelgroep
volwassenen

vertaling
Bonella van Beusekom

oorspronkelijke titel
Das geheime Leben der Bäume

27|05|21

Kijk, weer een eenzame eik!

Het bomenboek van Peter Wohlleben heeft niet alleen mijn kijk op bomen, maar ook die op de wereld veranderd. De liefde die deze Duitse ex-houtvester koestert voor bomen is gigantisch. Hij spit diep in op álles, maar dan ook álles wat met wortels, schors, takken, kruin, twijgjes, bacteriën en bladeren te maken heeft. Bij het lezen van de eerste bladzijden (gemaakt van papier waarvan de productie niet leidde tot bosvernietiging), doet hij een onwaarschijnlijke ontdekking: hij merkt een stuk rotsachtig hout op dat al jaren lang in leven werd gehouden door omliggende bomen. Dat bomen andere exemplaren ter hulp schieten via ondergronds netwerken is grandioos en leerrijk. Bomen zijn mensen, bossen de maatschappij, zo interpreteer ik het van Wohlleben.
Schrijvers die me meenemen in een verhaal, welk onderwerp ook, dat is een kunst. De kunst van het vertellen is een ding, maar de kunst van het mee-nemen in een verhaal, dáár scoort de auteur geweldig mee.
Bomen staan voor elkaar in, ze geven zich volledig voor elkaar, zelfs vanop zeer verre afstand. Bomen springen voor elkaar in de bres en blijken heel erg sociale wezens, met het voortbestaan van de soort als motivatie. Wondermooi, en in schril contrast met onze Westerse selfish-cultuur die nu begint wakker geschud te worden door dat ene virus.
Eigenlijk zijn die weetjes niet straf, die Wohlleben te berde brengt, ze zijn oeroud en bijgevolg doodgewoon. Bij dat idee heb ik vaak stiller gestaan dan bij de straffe feiten zélf. Hoe zijn we toch zo ver van de natuur afgeraakt en kost het zoveel moeite om iets meer richting natuur te leven? Ik zondig mee en besef hoeveel moeite het kost om even uit de waan van de dag te springen en tijd te nemen om naar bomen te kijken. “Kijk eens hoe die tak daar hangt, en waarom zit die specht nu net in deze boom en niet die andere? En kijk, weer een eenzame eik!” Maar ik doe dat nu: kijken naar bomen en observeren, voelen, net zoals ik leerde tijdens de lessen waarnemingstekenen op Sint Lucas.

“Of de snuitkever: die ziet er een beetje uit als een piepklein olifantje, waaraan alleen de zeiloren ontbreken, en hij behoort tot de meest veelsoortige insectenfamilies op de hele wereld; alleen bij ons komen al rond de 1.400 soorten voor. De slurf dient overigens minder voor de voedselopname dan voor de ondersteuning van het nageslacht. Met hun lange snuit vreten de beestjes gaatjes in bladeren en stengels, waar ze vervolgens hun eieren in leggen. De larven kunnen aldus beschermd tegen predatoren kleine gangetjes in de planten knagen en in alle rust groter worden.”

leestip van
Tom Schoonooghe
illustrator, tekenaar