Dit vind ik een prachtige roman, tegelijkertijd poëtisch, humoristisch, uitdagend satirisch en bevragend. Hilsenrath vluchtte voor de nazi’s. Hij schreef dit rond 1970 in het Duits. Het verscheen eerst in andere talen en werd een groot succes. In de jaren zeventig ging hij in Berlijn wonen. Na veel afwijzingen verscheen het in het oorspronkelijke Duits en kreeg zeer goede recensies van onder andere Heinrich Böll. Hilsenrath schrijft vanuit de nazi geworden Max, die na de Tweede Wereldoorlog de identiteit aanneemt van de omgekomen jood Itzik, een jeugdvriend bij wie hij destijds over de vloer kwam.
“Heb ik u verteld dat ik lid was van de Wieshaller Vereniging voor Dierenbescherming? In de lente van 1932 traden enkele toonaangevende leden toe tot de nationaalsocialistische beweging. Leus: Adolf Hitler houdt van dieren! In ons verenigingsgebouw waren veel van dit soort leuzen opgehangen of opgeplakt: Omdat de Führer van dieren houdt! Of: Adolf Hitler houdt van dieren en de dieren houden van hem!”
“Kun je me horen, Itzik? En kun je me zien? Kom! Speel met me! Zoek me! Waar ben ik? Waar heb ik me verstopt?”