‘Meer dan twintig jaar nadat ik dit boek gelezen heb, laat het me nog niet los. Dat heeft er vooral mee te maken dat ik er maar niet achter kom wat de schrijver ermee bedoeld heeft. Waarvoor is deze roman een metafoor? Want hier is duidelijk meer aan de hand dan iemand die gewoon eens een verhaal vertelt.
Uiteraard is er de eerste laag: Jean-Baptiste Grenouille, het hoofdpersonage, is halfweg de 18de eeuw geboren zonder eigen lichaamsgeur en wordt daardoor verstoten, door niemand opgemerkt. Maar net daardoor kan hij stiekem zijn gang gaan en neemt hij wraak op de mensheid, met dank aan zijn uitzonderlijke reukzin.
Een deel van zijn leven speelt zich af in Grasse, dé Franse parfumstad waar ik zelf op een dag belandde tijdens een reis door Zuid-Frankrijk. Achteraf vertelde ik vrienden over die intrigerende plek en zij raadden me deze bestseller aan. Ik vond het griezelgehalte meteen geweldig, maar ook de originele plot en het onwaarschijnlijke observatievermogen van de auteur. Net als Murakami weet hij precies hoe mensen in elkaar zitten en schrijft hij daar erg meeslepend over. Schijnheiligheid, eerzucht: het zijn natuurlijk ondeugden waarvan ik al langer wist, maar in dit boek wordt er heel interessant naar gepeild.
Ik spoil waarschijnlijk niet als ik zeg dat Grenouille uitgroeit tot een seriemoordenaar – het boek is ook al verfilmd. Het rare is dat nog voor je halfweg bent, je al zoveel medelijden, zelfs bijna sympathie voor hem voelt dat je niet hem, de crimineel met zijn afwijkende fantasieën, gaat haten, maar zijn omgeving die hem eerst negeert en vervolgens opjaagt. Vandaar dat ik geloof dat Süskind iets diepers wilde aankaarten. De mensheid als mislukte soort? De prijs van intolerantie? Er bestaan bijna geen interviews met de man, dus ik weet het nog altijd niet. Maar goed, ik kan dit tijdloze boek blijven herlezen tot ik er misschien ooit de vinger op kan leggen.’
Opgetekend door Katrien Steyaert für dasKULTURforum Antwerpen.