Sophia Goudstikker was een baanbrekende Europese voorvechtster van fotografierechten. Ze werd in Rotterdam geboren in de vooraanstaande familie Goudstikker en volgde een schilderopleiding in Duitsland voordat ze in 1886 naar München verhuisde. In 1887 was Goudstikker medeoprichtster van het Atelier Elvira en werd ze de eerste gerenommeerde vrouwelijke fotografe in Europa. Ze ontving verschillende prestigieuze onderscheidingen, waaronder – als eerste vrouw ooit – de titel van “Koninklijke Beierse Hoffotograaf” en de “Beierse Gouden Medaille voor Wetenschap en Kunst” in 1898.
In 1901 werd Goudstikker hoffotograaf van Prins Albert I van België, haar atelier in München werd drie jaar later het “Prinzlich Belgisches Hof-Atelier Elvira”. Vooral haar portretten van vrouwen in intellectuele en artistieke rollen waren baanbrekend en maakten van haar studio een centrum van de Europese vrouwenbeweging. Tijdens de Eerste Wereldoorlog ging ze als advocaat naar het front om met stervende soldaten te praten over hun laatste testament. Na haar dood in 1924 werd Goudstikker herinnerd als een invloedrijke figuur op het gebied van kunst, feminisme en fotografie. In 1924 beschreef de Münchner Neueste Nachrichten haar als “een van de belangrijkste vrouwen van onze tijd”.
Deze lezing wordt gegeven door Ingvild Richardsen, literatuurwetenschapster, cultuurhistorica, auteur en tentoonstellingscurator. Richardsen studeerde in Würzburg, Siena, Bonn en München. In 2020 ontving ze de mediaprijs van de Zonta Club Five Lakes Country (Duitsland/Beieren) voor haar werk. Naast meerdere publicaties over Sophia Goudstikker en Atelier Elvira presenteerde ze beide in tentoonstellingen in München (2018) en Augsburg (2022). Verdere onderzoeksthema’s zijn Europese cultuurgeschiedenis, de herinneringscultuur, vrouwenbewegingen, Joodse geschiedenis, Joods erfgoed, de naziperiode en moderne kunststromingen zoals Art Nouveau.