lezen | interviews

Philipp Weies

beroep muzikant (Go March, Intergalactic Lovers, Het Zesde Metaal, Manngold, (ex-)Arno, …)

geboren in 1978 in Würselen bij Aken

woont in Antwerpen

Philipp Weies leest zelf nooit interviews, maar gaat wel graag in gesprek met mensen. Muziek maken doet hij al sinds hij kan denken. Na piano, cello, gitaar en drums volgde hij jazzgitaar aan het conservatorium van Utrecht en Rotterdam. Van sleur loopt hij liever weg en dat bracht hem van Duitsland naar Nederland en het centraal gelegen Antwerpen.

interview Goedele Krekels – 01|05|2017

Wat waren je eerste indrukken van de stad?
Dat hier veel gedronken wordt! Toen ik in 2004 naar Antwerpen kwam, ging ik veel meer op café dan tijdens mijn studententijd. Mensen spreken nu eenmaal buitenshuis af en dan wordt het op een bepaald moment aperitieftijd.

En nu? Zijn die indrukken veranderd?
Sommige buurten zijn doorheen de jaren erg veranderd. Het Eilandje stelde weinig voor toen ik hier aankwam, maar is nu onbetaalbaar geworden. Hetzelfde geldt voor Antwerpen-Zuid. Als ik nog eens in Rotterdam ben, herken ik sommige buurten ook niet meer. In Antwerpen heb ik graag in Berchem gewoond. De Statiestraat bijvoorbeeld is heel tof omdat de buurt daar echt gemengd is. Maar ik heb ook in het centrum en in Zurenborg gewoond. 

Als ik niet met muziek bezig ben, houd ik het meest van stilte.

Kan je je muzikale carrière schetsen?
Mijn eerste professionele ervaring was een tournee met Arno. Bij Intergalactic Lovers speel ik nog steeds live. Binnenkort treden we op met de nieuwe plaat. Maar mijn hoofdproject is de groep Go March, waarmee ik in 2015 het gelijknamige debuutalbum uitbracht. Daarnaast houd ik me sinds twee jaar hoofdzakelijk bezig met elektronische muziek, alleen of samen met een vriend. Verder zal ik dit jaar voor het eerst muziek maken voor het theater, meer bepaald voor een kleutervoorstelling van MUST in samenwerking met dasKULTURforum Antwerpen. 

Go March wordt wel eens vergeleken met Kraftwerk.
Ik heb eerlijk gezegd geen enkele plaat van Kraftwerk, maar ik ken natuurlijk wel wat van hun muziek. We worden ook wel vergeleken met Mogwai, maar die muziek zou ik niets eens herkennen. Iemand schrijft dat een keer en dat wordt dan opgepikt.

Wat zijn je muzikale invloeden? Wie volg je?
Duitse muziek volg ik nauwelijks. Op wat puberbands na heb ik nooit in een Duitse groep gespeeld. Misschien is het vreemd, maar ik volg eigenlijk helemaal niemand. Zo is een “eindejaarslijstje” met favorieten noemen lastig voor mij. Als ik niet met muziek bezig ben, houd ik het meest van stilte. Ik ga ook zelden naar concerten. Maar om de zoveel tijd heb ik natuurlijk wel input nodig en dan beluister ik enkele dagen of weken erg veel. Momenteel is dat de portaalsite van Beatport met allerlei elektronische muziek. Verder leer ik muziek vooral per toeval of via anderen kennen.

Merk je verschillen op qua publiek in de landen waar je speelt?
Ja, dat merk ik wel. In Duitsland dansen mensen opvallend sneller en meer. In België is men toch wat meer afwachtend. Misschien speel ik om die reden graag in Duitsland met de Intergalactic Lovers. Anderzijds speel je hier dan weer voor een uitverkochte AB of een grote zaal als de Vooruit en eet het publiek uit je hand omdat het de nummers al kent. 

Waar is je thuis?
Ik denk dat ik thuis ben waar ik kan werken. Op dit moment is dat Deurne Noord, waar ik een jaar lang een ruimte in Cinema Rix van CC Deurne mag gebruiken. In Duitsland heb ik ook wel een band met Keulen, een stad waar toffe dingen gebeuren en waar de stadswijken net als in Antwerpen veranderingen ondergaan. Würselen bij Aken is mijn geboorteplaats, maar ik heb steeds in Kerpen bij Keulen gewoond. Kerpen is de geboorteplaats van Michael Schumacher én van Karlheinz Stockhausen, een van de bekendste hedendaagse componisten en een pionier in de elektronische muziek. Hij was erg experimenteel en is niet onbelangrijk voor de kunstwereld geweest. 

Mis je iets van Duitsland?
Goedkoop uit eten gaan. Ik ga hier bijna nooit uit eten, want ik voel me qua prijs bijna altijd bedrogen.

Hoe vlot ging Nederlands leren bij jou?
Ik had natuurlijk al wat voorkennis in Nederland opgedaan, hoewel er op het conservatorium meestal Engels werd gesproken. Daarna ben ik gewoon beginnen te praten, bijvoorbeeld in winkels. En ik las af en toe kranten met een woordenboek erbij. Maar een cursus heb ik nooit gevolgd.

In Vlaanderen gaat het al te vaak over ieders eigenheidjes en accentjes. Er gaat bijvoorbeeld veel aandacht naar wat typisch zou zijn voor een Antwerpenaar of een West-Vlaming. Dat is zo onder de kerktoren.

Hoe voelen die verschillende talen aan?
Ik ben drietalig – Duits, Engels, Nederlands – en voor mij horen die drie talen bij verschillende situaties. Als ik in het Duits moet vertellen over iets wat hier gebeurd is, vergis ik me makkelijk van taal. En in gesprek met een Duitse vriendin vind ik het wel eens leuk om met opzet ouderwetse uitdrukkingen te gebruiken, gewoon voor de lol. Aan Duitsers die Nederlands leren zou ik zeggen dat ze er niet vanuit moeten gaan dat enkel het accent verschilt. De ambitie mag toch iets groter zijn.

Je woonde zowel in Nederland als in België. Kan je de landen en talen vergelijken?
Ik heb in Nederland weinig Nederlands gesproken, maar toch ben ik met een Nederlands accent naar hier gekomen (dat ondertussen weer verdwenen is). Ik vind Vlaams in het algemeen mooier omdat het zachter is. Ik begeef me nu op erg dun ijs en er bestaan vele uitzonderingen op een regel, maar cru gezegd heb ik bij Nederlanders vaak het gevoel dat ze niet erg geïnteresseerd zijn in wat ik te vertellen heb. Ze lijken graag zo snel en zo luid mogelijk duidelijk te maken wat ze zelf al dachten. De enthousiaste “Oh, leuk!” komt te vroeg en bevestigt iets wat nog niet gezegd is. De afwachtende houding van de Vlaming kan ik in een gesprek wel appreciëren. Misschien maakt ook dat hun taal wel mooier.
Ik kreeg laatst de vraag of ik niet Belg wilde worden, maar dat zal ik nooit doen. Helaas word je al geen Belg, maar Vlaming of Waal. En met het bastaardaccent dat ik nu heb zal ik ook nooit honderd procent aanvaard worden als Vlaming. Die frustratie heb ik wel wat: in Vlaanderen gaat het al te vaak over ieders eigenheidjes en accentjes. Er gaat naar mijn aanvoelen te veel aandacht naar wat typisch zou zijn voor bijvoorbeeld een Antwerpenaar of een West-Vlaming. Dat is zo “onder de kerktoren”. Voor mij hebben het West-Vlaams, Kempisch of Limburgs allemaal wel iets. Ik speelde eens een vervanging bij Wannes Cappelle en de taal waarin hij zijn teksten en bindteksten brengt, is net zo mooi is als eender welke andere taal of dialect.

Beste cadeau om mee te nemen uit Antwerpen?
Chocolade van The Chocolate Factory

Antwerpen op zijn lekkerst?
Een Bolleke moet je toch wel eens geproefd hebben.

Waar zijn Duitsers beter in dan Belgen?
Voetbal! En: men realiseert zich in Duitsland al veel langer dat de twee kerncentrales hier echt wel weg moeten. Heel Aken hangt vol met affiches: “Sluit Tihange!” Dat geldt ook voor andere milieukwesties. Soms zie ik hier iets in het nieuws, over de beperking van het gebruik van drijfgassen bijvoorbeeld, waarvan ik denk: “Sorry, maar dat wist ik al op mijn zesde.”
Verder blijf ik het in België onbegrijpelijk vinden dat je hier twee socialistische, twee liberale, twee … partijen hebt, gewoon omdat men een andere taal spreekt. Daar kan ik echt niet bij. Maar waarschijnlijk heb ik gewoon geen benul van de geschiedenis en zit het dieper. Zo werd me toch al eens gezegd.